Back to chapter

22.8:

Bloedstroom

JoVE Core
Biology
A subscription to JoVE is required to view this content.  Sign in or start your free trial.
JoVE Core Biology
Blood Flow

Languages

Share

– [Presentator] De bloedstroom wordt gestuurd door het hart die sterk genoeg moet zijn om bloed te stuwen door het hele lichaam, door alle grote slagaderen, arteriolen en de kleinste haarvaten. Als het bloed vertrekt door de aorta en de kleinere arteriolen en haarvaten betreedt, neemt de hoge snelheid en hoge druk af als een gevolg van de toegenomen gezamenlijke diameters van de vele bloedvaten vergeleken met de diameter van alleen de aorta. Deze langzame bewegingssnelheid zorgt voor genoeg tijd voor de uitwisseling van gas en voedingsstoffen door de wanden van de smalle bloedvaten. Daarentegen stroomt het bloed sneller door venules, aderen en terug naar de holle ader met de hulp van glad spierweefsel in de wanden van de vaten en druk van nabijgelegen skeletspieren, waardoor bloedophoping wordt verhinderd. Daarnaast verhinderen eenrichtingskleppen in de aderen dat het bloed niet terugvloeit, ondanks de zwaartekracht. Uiteindelijk wordt het proces van de bloedstroom geregeld aan de hand van de behoeftes van het lichaam en kan het gereguleerd worden door neurologische signalen en hormonen. Bijvoorbeeld, tijdens beweging wordt het bloed gericht op de spieren door middel van vasodilatatie en weg van het spijsverteringsstelsel door middel van vasoconstrictie waardoor het bloed gestuurd wordt naar daar waar het meest nodig is. Hierdoor stroomt er niet altijd bloed door alle haarvaten.

22.8:

Bloedstroom

Bloed wordt door het hart in de aorta gepompt, de grootste slagader in het lichaam, en vervolgens in steeds kleinere slagaders, arteriolen en haarvaten. De snelheid van de bloedstroom neemt af naarmate het dwarsdoorsnedegebied van de bloedvaten groter wordt. De snelheid van de bloedstroom neemt toe naarmate bloed via venulen en aders naar het hart terugkeert. De beweging van bloed wordt bevordert door gladde spieren in de vaatwanden, de beweging van skeletspieren rond de bloedvaten en eenrichtingskleppen die terugstroming voorkomen.

Langzaam bloed

De snelheid van de bloedstroom af naarmate het bloedvaten met kleinere diameters binnendringt, wat wellicht contra-intuïtief is. Als een slang wordt samengeknepen en de diameter kleiner wordt, dan zal jet water sneller en harder naar buiten spuiten. Dit gebeurt niet wanneer bloed in bloedvaten met kleinere diameters stroomt. Dit komt doordat bloed niet simpelweg van het ene bloedvat naar een kleiner bloedvat gaat, maar van een bloedvat over meerdere kleinere bloedvaten wordt verdeeld. De totale oppervlakte van de dwarsdoorsnede of deze kleinere bloedvaten is groter dan die van het oorspronkelijke bloedvat. Bovendien zorgt de kleinere diameter van individuele vaten voor een grotere weerstand. Daarom vertraagt het bloed naarmate het kleinere bloedvaten binnendringt, waardoor gasuitwisseling door de wanden van kleine haarvaten kan plaatsvinden.

Regulatie van de bloedstroom

De bloedstroom wordt gestuurd door vasodilatatie en vasoconstrictie. Chemische signalen kunnen ervoor zorgen dat bloedvaten verwijden, waardoor de bloedstroom toeneemt, of de bloedvaten vernauwen zodat de bloedstroom vertraagt. Zo kan het lichaam tijdens een Fight-or-Flight situatie bijvoorbeeld selectief meer zuurstof en voedingsstoffen aan spieren leveren dan aan het maagdarmkanaal, en op vergelijkbare wijze krijgt het maagdarmkanaal meer zuurstof en voedingsstoffen tijdens voedselconsumptie.

Suggested Reading

Sarazan, R. Dustan, and Karl T. R. Schweitz. “Standing on the Shoulders of Giants: Dean Franklin and His Remarkable Contributions to Physiological Measurements in Animals.” Advances in Physiology Education 33, no. 3 (September 1, 2009): 144–56. [Source]

Joyner, Michael J., and Darren P. Casey. “Regulation of Increased Blood Flow (Hyperemia) to Muscles During Exercise: A Hierarchy of Competing Physiological Needs.” Physiological Reviews 95, no. 2 (April 2015): 549–601. [Source]